Tekstgrootte
Leren Zichtbaar Maken in een notendop
Sinds 2018 werkt de Hazesprong met het gedachtengoed Leren Zichtbaar Maken. Het gedachtengoed is gebaseerd op een groot onderzoek van John Hattie. Hij legde duizenden onderzoeken waar miljoenen leerlingen bij betrokken waren naast elkaar en maakte er een meta-analyse van. Zo onderzocht Hattie wat feitelijk effectief is om het onderwijs te verbeteren. Volgens Hattie is het belangrijk dat leerlingen weten wat ze aan het leren zijn. Ze weten waar ze naartoe werken en welke volgende stappen daarvoor nodig zijn. Met Leren Zichtbaar Maken worden leerlingen eigenaar van hun eigen leerproces.
Leren Zichtbaar Maken op de Hazesprong
Om ervoor te zorgen dat leerlingen zich eigenaar kunnen voelen van hun leerproces, zijn er een aantal aspecten die in iedere klas op de Hazesprong te zien zijn:
Leerdoelen
Op de Hazesprong hebben we aandacht voor de leerdoelen. De leerlingen weten wat de doelen van de lessen zijn. Er hangen doelen aan de wand op de zogenaamde ‘doelenmuur’ en de doelen worden besproken bij de start van de les. Met de kleuren groen, geel en blauw geven leerlingen aan waar ze staan ten opzichte van een doel (hierover leest u later meer). Dit kunnen ze bijvoorbeeld doen door het te noteren in een doelenschrift. Zo kunnen de leerlingen bij ieder doel, na een basisinstructie, zelf bepalen of ze extra instructie nodig hebben of niet. Ook stellen leerlingen eigen leerdoelen op. Deze kunnen gerelateerd zijn aan een methodeles, maar staan daar soms ook los van.
Succescriteria
Een leerdoel wordt onderverdeeld in succescriteria. Dit zijn uitsplitsingen van het leerdoel, die helpen bij het monitoren van de voortgang. Leerlingen kunnen dus aan de hand van de succescriteria nagaan of ze op de goede weg zijn. Ook bieden succescriteria houvast bij het uitvoeren van opdrachten.
Leerstrategieën
Om het eigenaarschap bij leerlingen te versterken, werken we aan leerstrategieën. Al bij de kleuters worden de strategieën doorzetten en samenwerken spelenderwijs aangeleerd. Kleuters leren aan de hand van verhalen en handpoppen bijvoorbeeld wat samenwerken is, hoe het eruit ziet en hoe het je verder kan helpen.
Geel, groen en blauw
In ieder leerjaar wordt gewerkt met drie kleuren: geel, groen en blauw. Met behulp van deze drie kleuren geven leerlingen aan waar ze staan ten opzichte van een leerdoel. Vervolgens kunnen ze zelf aangeven op welke doelen ze nog extra instructie of oefening nodig hebben en met welke onderdelen ze zelfstandig verder kunnen werken. De leerlingen krijgen meer zicht op hun eigen leerproces, wat het eigenaarschap versterkt.
Geel geeft aan dat ze nog aan het begin staan, dat ze het nog gaan leren en dat ze er hulp of uitleg bij nodig hebben. Groen betekent dat een leerling nog in de oefenfase zit en met blauw kunnen leerlingen aangeven dat ze een doel beheersen. Hoe er met deze kleuren gewerkt wordt, verschilt per leerjaar. Bij de kleuters zijn deze drie kleuren bijvoorbeeld terug te zien op een raket en hangen leerlingen hun naam bij een kleur. In de bovenbouw gebruiken leerlingen de kleuren vooral in hun doelenschrift.
Feedback
Feedback helpt de leerlingen het antwoord te vinden op vragen als 'waar sta ik?' en 'wat is mijn volgende stap?'. Daarom besteden we op De Hazesprong veel aandacht aan dit onderwerp. Niet alleen de leerkrachten werken aan het geven van effectieve feedback aan hun leerlingen; gedurende de les geven de leerlingen ook feedback aan elkaar. Dit doen ze vaak aan de hand van de opgestelde succescriteria.
Portfolio
Op De Hazesprong krijgen leerlingen een portfolio in plaats van een rapport. De leerlingen vullen hun eigen portfolio in en reflecteren zo op hun eigen leerproces. Bij het invullen worden de leerdoelen uit het doelenschrift en de drie kleuren gebruikt. De leerlingen laten zien waar ze staan in hun ontwikkeling, wat hun persoonlijke competenties en leerdoelen zijn. Hierna voert de leerkracht een kindgesprek met de leerling en plaatst naar aanleiding van dat gesprek en eigen observaties ook een aantal opmerkingen in het portfolio.